Beoordeling geschiktheid
Personen die het beleid van een onderneming (mede) bepalen of toezicht houden op dit beleid moeten betrouwbaar en/of geschikt zijn voor de uitoefening van hun functie. Op deze pagina kunt u lezen hoe de AFM toetst op geschiktheid.
Indeling in groepen
- groep A: aanbieder van beleggingsobjecten, centrale effectenbewaarinstelling en marktexploitant
- groep B: aanbieder van krediet, beheerder van beleggingsinstelling, beheerder van een EuVECA of een EuSEF beleggingsinstelling, beleggingsmaatschappij, beleggingsonderneming (inclusief verbonden agent), bewaarder, crowdfundingdienstverlener, (onder)gevolmachtigd agent, pensioenbewaarder en datarapporteringsdienstverlener
- groep C: adviseur, bemiddelaar of herverzekeringsbemiddelaar en houder van een ontheffing in opvorderbare gelden.
Waar moeten beleidsbepalers in groep A aan voldoen?
Voor ondernemingen in groep A geldt dat beleidsbepalers voorafgaand aan aantreding hun geschiktheid moeten aantonen op de volgende 5 gebieden:
A. Bestuur, organisatie en communicatie
B. Producten, diensten en markten waarop de onderneming actief is
C. Beheerste en integere bedrijfsvoering
D. Evenwichtige en consistente besluitvorming
E. Voldoende tijd
Collectief
Diversiteit
Wij moedigen diversiteit in de collectieven aan. Verschillen in kennis, vaardigheden, (werk)ervaring, leeftijd, geslacht, professionele en geografische achtergrond zorgen voor een brede blik en verschillende perspectieven. Dit levert een positieve bijdrage aan de onderneming als geheel. In ons toetsingsproces houden wij daarom nadrukkelijk rekening met het belang van diversiteit, waarbij ook personen die geen achtergrond in de financiële sector hebben, maar specifieke en nog ontbrekende expertise meebrengen - mede gelet op de samenstelling van het collectief - de toetsing succesvol kunnen doorlopen. Geschiktheid wordt in dat geval aan de hand van de volgende aspecten beoordeeld:- de beleidsbepaler beschikt over voldoende basiskennis op de onderwerpen A t/m E. Hieruit blijkt dat de beleidsbepaler voldoende inzicht heeft in de werkzaamheden van de onderneming om de beoogde functie effectief te kunnen uitoefenen
- in het betreffende collectief als geheel is voldoende (specifieke) vakinhoudelijke kennis gewaarborgd.
Bovengenoemde aspecten moeten zo goed mogelijk onderbouwd worden – bijvoorbeeld door een functieprofiel of een beschrijving van de visie en overwegingen ten aanzien van de governance van de onderneming. Bij de beoordeling maken wij een integrale afweging. Dit betekent dat het verschil maakt of een beleidsbepaler wordt voorgedragen voor een functie met een specifieke rol (voorzitter) of voor een andersoortige functie. Daarnaast dienen de beleidsbepalers in het collectief elkaar goed aan te vullen en tezamen voldoende algemene en specifieke kennis te hebben van alle verschillende aspecten die relevant zijn voor de onderneming.
Naast de algemene diversiteitseisen geldt de Wet ingroeiquotum en streefcijfers, die vennootschappen verplicht genderdiversiteit te bevorderen in raden van commissarissen, bestuur en de subtop. Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen dienen bij nieuwe benoemingen van commissarissen in de RvC zorg te dragen dat deze bijdragen aan een evenwichtige m/v-verhouding (minimaal 1/3 man en 1/3 vrouw). Daarnaast moeten grote vennootschappen passende en ambitieuze streefcijfers formuleren die gericht zijn op genderdiversiteit binnen het bestuur, de RvC en de subtop en jaarlijks verantwoording afleggen aan de Sociaal Economische Raad (SER).
Daarnaast verplicht andere Europese wet- en regelgeving, zoals de SFDR en de gezamenlijke richtsnoeren van EBA en ESMA, ondernemingen om hun D&I-beleid openbaar te maken en diversiteit expliciet mee te nemen bij de selectie van bestuursleden en commissarissen.
Wij verwachten dat organisaties actief beleid voeren om aan deze verplichtingen te voldoen, waarbij de vereisten voor geschiktheid ook op dit punt proportioneel kunnen worden toegepast op basis van omvang van de onderneming. Onvoldoende inspanningen op dit gebied kunnen gevolgen hebben voor de toetsingsuitkomst. Bij de melding van nieuwe beleidsbepalers en commissarissen verwachten wij dat ondernemingen ook het diversiteitsbeleid betrekken bij de overwegingen van de benoeming opgenomen in het begeleidend schrijven en de geschiktheidsmatrix van het collectief.
Waar moeten beleidsbepalers in groep B aan voldoen?
Algemene eisen
Waar moeten beleidsbepalers in groep C aan voldoen?
Algemene eisen