Go to content

Duurzaamheid

Pensioenuitvoerders hebben te maken met verschillende regels voor duurzaamheid. De Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) heeft betrekking op transparantie over de duurzaamheid van het beleggingsbeleid en de pensioenregeling. Verder eist de Pensioenwet dat ‘duurzaamheidsclaims’ correct, duidelijk, evenwichtig en tijdig zijn.

SFDR

De Sustainable Finance Disclosure Regulation is een Europese verordening die voortbouwt op de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties en het Klimaatakkoord van Parijs. Het doel is de risico's en effecten van de klimaatverandering aanzienlijk te verminderen. De SFDR bevat informatieverplichtingen voor alle partijen op financiële markten waaronder pensioenuitvoerders. Wij hebben over transparantieregels van de SFDR een rapport (pdf, 350 kB) gepubliceerd. Hieronder beschrijven we een aantal elementen die relevant zijn voor pensioenuitvoerders.

Verklaring negatieve impact

In de verklaring over de negatieve impact beschrijft de pensioenuitvoerder hoe hij de negatieve impact op duurzaamheid bij beleggingsbeslissingen meeweegt. Deze verklaring staat op de website van de pensioenuitvoerder. Dit wordt ook wel het ‘principal adverse impact statement' (PAI) genoemd. 

Informeren over ecologische of sociale kenmerken 

Elke pensioenuitvoerder is verplicht om transparant te zijn over de duurzaamheid van de pensioenregeling in de startbrief (zie ook transparantie in de startbrief). Als pensioenuitvoerders deelnemers informeren over ecologische of sociale kenmerken van de regeling, gelden aanvullende informatieverplichtingen uit artikel 8 SFDR. De pensioenuitvoerder moet bijvoorbeeld de kenmerken omschrijven in het daarvoor bedoelde producttemplate. Daarbij is relevant dat de ondernemingen waarin is belegd, zich houden aan de regels van goed bestuur.

Transparantie in de startbrief

De SFDR beschouwt een pensioenregeling als een 'financieel product' waarvoor transparantiebepalingen van de SFDR gelden. Deze bepalingen hebben onder meer betrekking op de startbrief die de deelnemer binnen 3 maanden na het toetreden tot de pensioenregeling ontvangt (art. 21 Pensioenwet).

Elke pensioenuitvoerder geeft in de startbrief een beschrijving van:

  1. de wijze waarop duurzaamheidsrisico’s onderdeel uitmaken van het besluitvormingsproces rondom investeringsbeslissingen (bijvoorbeeld in hoeverre het risico op overstromingen effect heeft op de beleggingen);
  2. het waarschijnlijke effect van de duurzaamheidsrisico’s op het rendement dat volgt uit de pensioenregeling, of;
  3. als de pensioenuitvoerder verwacht dat duurzaamheidsrisico’s geen rol spelen, een heldere en beknopte toelichting (comply-or-explain).
Deze beschrijving is van toepassing op elke pensioenregeling, behalve bij gesloten pensioenregelingen waarbij geen nieuwe deelnemers meer toetreden

Rapporteren over lifecycles

De SFDR is ook van toepassing op lifecycles. De pensioenuitvoerder rapporteert per lifecycle over de duurzaamheid daarvan. Als binnen een lifecycle de beleggingen (obligaties, aandelen et cetera) afhankelijk zijn van de leeftijd van de belegger, kan de uitvoerder gebruikmaken van maatmensen.

Leidraad duurzaamheidsclaims

De Leidraad duurzaamheidsclaims biedt handvatten voor het voldoen aan bestaande informatieverstrekkingsnormen uit artikel 48 van de Pensioenwet, waarin staat dat informatie correct, duidelijk, evenwichtig en tijdig is. De leidraad biedt 3 uitgangspunten voor communicatie over duurzaamheidsclaims.

Duurzaamheidsclaims zijn:

  1. juist, representatief en actueel
  2. concreet en goed onderbouwd
  3. begrijpelijk, passend en vindbaar
Vanuit de SFDR is het verplicht om bepaalde duurzaamheidsinformatie te verstrekken. Dit moet op onderdelen op vooraf voorgeschreven wijze, in dat geval is de SFDR leidend. Het is daarom belangrijk om bij verplichte informatieverstrekking goed te bekijken waar wel of geen ruimte ligt om de uitgangspunten uit onze leidraad te volgen.