Go to content

Productontwikkelingsnormen voor ontwikkelaars

Voor (mede-)ontwikkelaars van verzekeringsproducten gelden normen voor van het beleid, de productontwikkeling en de productreview van het verzekeringsproduct. U kunt de KNVB-criteria gebruiken om invulling te geven aan de productontwikkelingsnormen. Dit zijn de criteria van de AFM waaraan een bedieningsconcept moet voldoen: kostenefficiëntie, nut, veilig en begrijpelijk. De AFM verwacht dat een (mede-)ontwikkelaar alle normen meeneemt en onderbouwt in het beleid, de productontwikkeling en de productreview. Hieronder lichten we de belangrijkste productontwikkelingsnormen voor ontwikkelaars toe. De beschrijving van de productontwikkelingsnormen is niet uitputtend. De AFM rekent erop dat u bekend bent met alle geldende wet- en regelgeving.

Leg een beleid vast en controleer periodiek of het actueel is

Een ontwikkelaar en eventuele mede-ontwikkelaar moeten beiden een productgoedkeuringsproces vastleggen en regelmatig nagaan of dit beleid nog actueel is. Beiden zijn hiervoor verantwoordelijk. In het productgoedkeuringsproces staan procedures en maatregelen ten aanzien van de productontwikkeling, de review en de personen die hierbij betrokken zijn. Het productgoedkeuringsproces moet periodiek worden getoetst en zo nodig worden gewijzigd, bijvoorbeeld bij relevante nieuwe wet- en regelgeving.

  1. Bepaal vooraf wie bij het productgoedkeuringsproces en de review betrokken moeten zijn en wat hun rol is.

  2. Bepaal voorafgaand aan de productgoedkeuring en de productreview welke personen en welke afdelingen betrokken moeten zijn. Daarbij is het belangrijk dat naar voren komt wat de inbreng en het oordeel van de betrokken afdelingen is geweest en hoe een belangenafweging is gemaakt. Het klantbelang moet aantoonbaar meegewogen worden in de belangenafweging.

  3. Bepaal wanneer er aanleiding is voor een productreview, leg de frequentie vast, de opvolging van bevindingen en wijzigingshistorie. U bepaalt als ontwikkelaar wanneer een reviewproces wordt doorlopen: periodiek en wanneer daar aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een (voorgenomen) impactvolle of significante wijziging van het product zoals specifieke wijzigingen in dekkingen of uitsluitingen. Leg dit vast in een reviewkalender. En leg daarbij vast welke externe omstandigheden zoals marktontwikkelingen, wet- en regelgeving en input/feedback van stakeholders zijn meegenomen. U monitort op signalen die aanleiding kunnen zijn voor het uitvoeren van een (tussentijdse) productreview. Deze aanleiding kan zowel uit (de onderdelen van) het product zelf voortkomen, als uit externe omstandigheden zoals een ingrijpende wetswijziging of een toename van het aantal klachten. Uit de review moet duidelijk blijken welke opvolging gegeven gaat worden aan de uitkomsten. Leg de wijzigingshistorie van het product vast. 

  4. Zorg voor gekwalificeerd personeel. De (mede-)ontwikkelaar zorgt ervoor dat het personeel dat bij de productontwikkeling is betrokken de benodigde vaardigheden, kennis en expertise heeft om het verzekeringsproduct en de doelgroep te begrijpen.

Onderdelen van het productgoedkeuringsproces

Een (mede-)ontwikkelaar van verzekeringsproducten heeft een beleid voor het productontwikkelingsproces, voert dit conform het beleid uit en evalueert dit. Naarmate een product complexer en/of impactvoller is, moeten de stappen grondiger worden doorlopen. Het beleid, de uitvoering en review bevatten in ieder geval de onderstaande stappen.

1. Baken de doelgroep af

U moet de doelgroep van het product afbakenen, analyseren en vastleggen wat de behoeften, kenmerken en doelstelling van de doelgroep zijn. Hierbij moet duidelijk zijn voor welke doelgroep het product geschikt en voor welke doelgroep het niet geschikt is. Verder verwacht de AFM dat u onderbouwt hoe u dat vaststelt en/of waarom u dit bij de productreview heroverwoog.

  • Borg dat u als ontwikkelaar per verzekering de doelgroep op voldoende gedetailleerd niveau vaststelt en analyseert, inclusief hun behoeften, kenmerken en doelstellingen. U kunt ook, zeker als het gaat om verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten, een negatieve doelgroep formuleren, aan wie het product in beginsel niet mag worden verkocht.
  • U houdt rekening met de kenmerken, het risicoprofiel, de complexiteit en de aard van het verzekeringsproduct. Hoe ingewikkelder en risicovoller een product is, des te diepgaander u de doelgroep vaststelt.
  • U houdt rekening met de mate waarin informatie voor de doelgroep beschikbaar is en of de desbetreffende cliënten voldoende financieel onderlegd zijn (‘hun financiële geletterdheid’). 
  • U analyseert bij de productreview de werking van het product en kijkt opnieuw naar de doelgroep. Zo kunt u bijvoorbeeld bij voorgenomen wijzigingen van (onderdelen van) het product vaststellen welke gevolgen een aanpassing van (een onderdeel van) het product heeft voor de cliënt. Bij ingrijpende effecten op de werking van het product (bijvoorbeeld bij specifieke wijzigingen in dekkingen of uitsluitingen) zult u als ontwikkelaar dan mogelijk opnieuw de doelgroep en doelstelling moeten vaststellen.

2. Stel scenarioanalyses op

U moet alle producten testen met relevante scenarioanalyses. Ook bij een productreview moet u een scenarioanalyse uitvoeren of moet u voldoende kunnen motiveren waarom u dat niet deed.

  • Bij een scenarioanalyse werkt u verschillende casussen uit en motiveert u waarom u voor deze scenario’s koos. De AFM verwacht dat scenario’s worden gekozen op basis van wat de cliënt mag verwachten, op basis van het product, de productinformatie en de polisvoorwaarden.
  • Zorg dat u elk door u ontwikkeld verzekeringsproduct test met relevante scenarioanalyses. U kijkt daarbij of het product gedurende de hele levensduur voldoet aan de vastgestelde behoeften, kenmerken en doelstellingen van de doelgroep. Een mogelijke uitkomst is bijvoorbeeld dat de doelgroep moet worden aangepast.
  • Ook bij de productreview moet u de werking van het product analyseren met behulp van verschillende scenario’s. Dat kunt u bijvoorbeeld doen aan de hand van schadeclaims en -uitbetalingen, (Kifid)klachten en andere ervaringen van cliënten en adviseurs. Hetzelfde geldt voor (voorgenomen) productwijzigingen, die in het nadeel van de cliënt kunnen zijn.
  • U mag verzekeringsproducten niet in de handel brengen als uit de tests blijkt dat de producten niet zijn afgestemd op de vastgestelde belangen, doelstellingen en kenmerken van de doelmarkt.

3. Stem de distributiestrategie en productinformatie af op de doelgroep

De productinformatie en de distributiestrategie van een verzekeringsproduct stemt u af op de doelgroep. Alle productinformatie moet in begrijpelijke taal zijn geschreven. Daarbij moet u het standaardinformatiedocument IPID opstellen, wat precontractueel aan de cliënt moet worden verstrekt. En voor verzekeringen met een beleggingscomponent het Essentiële-informatiedocument (Eid).

  • De distributiestrategie van een verzekeringsproduct moet zijn afgestemd op de doelgroep. Een (mede-)ontwikkelaar moet in het PARP onderbouwen waarom zij voor een bepaalde distributiestrategie kiest. Ook bij de review moet de (mede-)ontwikkelaar de distributiestrategie beschrijven en onderbouwen of de gekozen distributiestrategie nog past of heroverwogen moet worden.
  • Bepaal voor het desbetreffende verzekeringsproduct de distributiestrategie die voor de doelgroep geschikt is, waar de distributiekanalen onderdeel van zijn. U moet daarbij rekening houden met de bijzondere kenmerken van het verzekeringsproduct.
  • De distributiestrategie moet ervoor zorgen dat het verzekeringsproduct bij de doelgroep terechtkomt en niet daarbuiten. Het kan zijn, zeker bij complexe producten, dat de onderneming aanvullende waarborgen moet inbouwen om daarvoor te zorgen, zoals een kennis- en ervaringstoets,  ook voor verzekeringen waarvoor dit niet verplicht is.
  • U moet de productinformatie afstemmen op de doelgroep. Dat kan bijvoorbeeld door toetsing door een klantpanel/leespanel.
  • Bij de productreview gaat u na of de distributiestrategie en de productinformatie nog steeds zijn afgestemd op de doelgroep, zodat u weet dat producten niet buiten de doelgroep worden verkocht.

Meer informatie over de IDD
Meer informatie over het IPID

4. Wissel informatie uit met uw distributeurs

Elke (mede-)ontwikkelaar moet in haar PARP vastleggen hoe, welke informatie en waarom zij informatie uitwisselt met haar distributeurs/bemiddelaars. Dit is noodzakelijk om hen in staat te stellen het verzekeringsproduct aan de juiste doelgroep te distribueren, in overeenstemming met de belangen van de doelgroep.

In de distributieketen van een gevolmachtigde agent is er vaak een tussenliggende distributeur. Ook als er sprake is van een huisvolmacht of ‘execution only’-bemiddelaar, geldt de verplichting tot informatie-uitwisseling.

  • U stelt distributeurs (de adviseur of bemiddelaar) in staat om het verzekeringsproduct aan de juiste doelgroep te distribueren, in overeenstemming met de belangen van de doelgroep. Dit doet u door distributeurs volledige, heldere en actuele informatie te geven over: de belangrijkste eigenschappen en kenmerken van het product; de risico's en kosten daarvan (ook de impliciete kosten); de kenmerken en doelstellingen van de afgebakende (negatieve) doelgroep; de distributiestrategie en de omstandigheden die tot een belangenconflict kunnen leiden ten nadele van een cliënt.
  • Maak afspraken met de distributeur over de geschikte benadering van de doelgroep.
  • U moet de benodigde stappen nemen om te monitoren dat de distributeurs handelen in overeenstemming met uw eigen productgoedkeuringsproces.
  • De AFM vindt het belangrijk dat ontwikkelaars blijvend aandacht hebben voor de informatie-uitwisseling met hun distributiepartners, ook bij de productreview.

5. Meer complexiteit betekent meer diepgang

Naarmate sprake is van een complexer en impactvoller product moet het productontwikkelingsproces diepgaander worden doorlopen dan wanneer sprake is van een eenvoudig product (proportionaliteit). Soms kan een in de basis eenvoudig product, zoals een WA-autoverzekering, een complexer product worden. Bijvoorbeeld als de rijstijl wordt gemeten en de productvoorwaarden hierop zijn aangepast. De keuzes die u maakt, moet u kunnen onderbouwen.