Nabestaandenpensioen (3): informeer deelnemer tijdig over vrijwillige voortzetting
Vandaag het slot van een drieluik over communicatie rond het nabestaandenpensioen. De transitie naar een nieuwe pensioenregeling kan grote gevolgen hebben voor het nabestaandenpensioen van deelnemers. Een van de risico’s is dat na beëindiging van het arbeidscontract en de standaard uitloopperiode (drie of zes maanden) de dekking voor nabestaanden vervalt. Informeer deelnemers hier tijdig over.
Kiezen voor vrijwillige voortzetting
Om te voorkomen dat hun nabestaanden met lege handen staan bij overlijden, kunnen deelnemers kiezen voor vrijwillige voortzetting van het partnerpensioen en wezenpensioen. Bij het wezenpensioen wordt dit op termijn nog geregeld in het Wetsvoorstel toezeggingen pensioenen.
Jij als pensioenuitvoerder moet je (niet langer actieve) deelnemer tijdig informeren over die opties. Houd er daarbij rekening mee dat die deelnemer voldoende tijd nodig heeft om deze complexe én impactvolle informatie te beoordelen en eventueel advies in te winnen.Tijdig informeren over de keuze
De stopbrief lijkt een aangewezen middel om deze keuze aan de deelnemer voor te leggen. Deze dient dan wel tijdig voor het aflopen van de uitloopdekking aan de deelnemer te worden verstrekt. Tijdens de transitie kan de ‘administratie freeze’ mogelijk een probleem opwerpen, omdat mutaties zoals uitdiensttreding dan een tijd niet worden doorgevoerd, waardoor de stopbrief vertraging oploopt.Als de tijdigheid van de stopbrief een probleem wordt: stuur de informatie over vrijwillige voortzetting dan los. Bij deelnemers die een uitkering (WW of Ziektewet) ontvangen, loopt de dekking bovendien langer door dan drie of zes maanden (tot maximaal twee jaar in beide gevallen). Ook voor hen zal de stopbrief mogelijk niet het juiste middel zijn voor het informeren over vrijwillige voortzetting, omdat de keuze dan nog ver in de toekomst ligt.
Vrijwillige voortzetting: jaarlijkse informatie
Als deelnemers hebben gekozen voor vrijwillige voortzetting van het nabestaandenpensioen moeten pensioenuitvoerders gewezen deelnemers jaarlijks deze keuze opnieuw voorleggen. Maak daarbij op een begrijpelijke manier duidelijk wat de gevolgen zijn, zoals hoeveel ouderdomspensioen resteert na de verlenging. De norm rond keuzebegeleiding is van toepassing op deze keuze. Maak duidelijk dat als gekozen wordt voor verlenging, de dekking tussentijds toch kan eindigen op verzoek van de deelnemer of door een zogenoemde ‘beëindigingsgrond’ (te weinig resterend kapitaal bijvoorbeeld). Treedt zo’n ‘beëindigingsgrond’ in werking, informeer je deelnemer daar dan ook tijdig over, zodat hij zelf maatregelen kan nemen.Eerder verschenen in het Transitiebulletin artikelen over het nabestaandenpensioen:
- Nabestaandenpensioen: van groot belang dat je deelnemers goed informeert
- Communiceer over pensionering of overlijden rond transitiemoment
De inzichten over nabestaandenpensioen hebben we ook een eigen plek gegeven op onze website.
Contact bij dit artikel
Wilt u het laatste nieuws van de AFM ontvangen?
Schrijft u zich dan in voor onze nieuwsbrief, dan houden wij u op de hoogte.