Go to content
""
Nieuws 06/06/23

Pensioenuitvoerders goed op weg met risicopreferentieonderzoeken

Pensioenuitvoerders geven op serieuze wijze invulling aan de nieuwe norm voor risicopreferentieonderzoeken (RPO). Tegelijkertijd constateert de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in een verkenning dat op onderdelen ruimte is voor verbetering. Aan de hand van concrete voorbeelden maakt de AFM duidelijk hoe haar interpretatie is van de norm, en hoe die in de praktijk kan worden gebracht.  De inzichten uit het RPO ervaren bestuurders over het algemeen als waardevol. Wij vinden het daarbij wel belangrijk dat pensioenuitvoerders goed vastleggen waarom bepaalde keuzes in het onderzoek zijn gemaakt. En bij de opzet van het RPO is het van belang dat zij duidelijk maken hoe zij de uitkomsten gaan gebruiken.

In het kort

• Onderbouwing van keuzes en aannames is van belang vanwege terugkerend karakter RPO
• Inzicht in vervolgproces is belangrijk voor bruikbare uitkomsten
• Bestuurders ervaren inzichten uit RPO als waardevol
• Wat verwacht de AFM van de pensioenuitvoerders op dit onderwerp?

Na de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) is het voor pensioenuitvoerders verplicht om bij de vaststelling van de risicohouding van een premieregeling gebruik te maken van de uitkomsten van een risicopreferentieonderzoek. Op 9 februari 2023 is de voorlopige leidraad RPO gepubliceerd. Deze leidraad schetst een aantal randvoorwaarden waaraan een gedegen RPO volgens de AFM moet voldoen. In dit kader is de AFM in oktober 2022 gestart met een verkennend onderzoek naar twaalf RPO’s, uitgevoerd door pensioenuitvoerders (allen pensioenfondsen) die hier al eerder mee aan de slag zijn gegaan.

Onderbouwing van keuzes en aannames is van belang vanwege terugkerend karakter RPO

De open norm biedt veel ruimte voor pensioenuitvoerders om het RPO zodanig in te vullen dat het past bij hun specifieke situatie. Tegelijkertijd brengt dat een verantwoordelijkheid mee om gemaakte keuzes goed te onderbouwen. Bestuurders kunnen deze onderbouwing vaak wel geven, maar dit is niet altijd vastgelegd. Vanwege het terugkerende karakter van het RPO (tenminste eens per vijf jaar) ziet de AFM daar een punt van aandacht. De AFM moedigt bestuurders aan deze onderbouwingen vast te leggen, niet alleen voor de verantwoording van het nu uitgevoerde RPO, maar ook met het oog op toekomstig uit te voeren RPO’s.

Inzicht in vervolgproces is belangrijk voor bruikbare uitkomsten

Het is belangrijk dat bij de opzet van het RPO duidelijk is hoe uitkomsten over de risicotolerantie en het risicodraagvlak gecombineerd worden om te komen tot een risicohouding. Hoewel het daadwerkelijk combineren pas in het vervolgproces van de vaststelling van de risicohouding plaatsvindt (onder toezicht van DNB), is dit inzicht nodig om te borgen dat de uitkomsten van het RPO aansluiten bij de benodigde input in de volgende processtap.

Bestuurders ervaren inzichten uit RPO als waardevol

Bij de verkenning (pdf, 5.5 MB) betrokken bestuurders gaven vrijwel unaniem aan de inzichten uit het RPO waardevol te vinden. Niet alleen voor het vaststellen van de risicohouding, maar bijvoorbeeld ook als input voor communicatie met deelnemers over risico en rendement. Zo kan een pensioenuitvoerder met een sterk risico-averse populatie bijvoorbeeld benadrukken waarom het nemen van enige mate van risico toch in het belang van deelnemers is.

Wat verwacht de AFM van de pensioenuitvoerders op dit onderwerp?

De AFM verwacht van pensioenuitvoerders dat zij op de hoogte zijn van de gepubliceerde voorlopige leidraad en de bevindingen in dit rapport. Pensioenuitvoerders die al een RPO hebben uitgevoerd dienen te beoordelen in hoeverre aanpassingen noodzakelijk zijn. In toekomstige toezichtonderzoeken zal de AFM risicogestuurd beoordelen of RPO’s aan wet- en regelgeving voldoen en hoe gemaakte keuzes onderbouwd zijn.

 

Contact bij dit artikel

AFM

Wilt u het laatste nieuws van de AFM ontvangen?

Schrijft u zich dan in voor onze nieuwsbrief, dan houden wij u op de hoogte.