Go to content
Laura van Geest
18/11/22

Column Laura van Geest in FD: Hoge prijs in een low-trust-samenleving

AFM-bestuursvoorzitter Laura van Geest schrijft een column in het Financieele Dagblad (FD). Deze keer over hoe groeiend wantrouwen leidt tot behoefte aan controle, dit heeft weer meer regeldruk tot gevolg. De originele column is in het FD te lezen (achter inlog).

De hoge prijs van een low-trust-samenleving

Op mijn rondje langs de ceo’s van de financiële sector passeert standaard een verzuchting over de toenemende regeldruk. Hoe kom je nog toe aan je primaire taak? Als ik eerlijk ben, snap ik die verzuchting ook nog. Zelf kijk ik ook met een zekere schrik naar de regelgeving die op de Autoriteit Financiële Markten (AFM) afkomt. En dan hoeven wij alleen maar toezicht te houden.

De klachten over het groeiende aantal regels zijn waarschijnlijk van alle tijden. Toch denk ik soms daadwerkelijk een toenemende zucht naar regels en controle te ontwaren. Natuurlijk, als de financiële wereld verandert, moet de regelgeving mee. Trends als digitalisering, verduurzaming en internationalisering nopen tot meer regels, vaak op EU-niveau. En dat type regelgeving en het bijbehorende toezicht is vaak gedetailleerd, om uniform toezicht door nationale toezichthouders te verzekeren en toezicht-hoppen door partijen te voorkomen.

Maar er lijkt meer aan de hand. Zoals historicus en faculteitshoogleraar Beatrice de Graaf signaleert in haar essay Crisis! zijn we minder geneigd tegenslag als ‘ van boven’ te aanvaarden. En als we tegenslag niet langer zien als noodlot of domweg pech, kijkt de burger al gauw voor redding naar de overheid, die daar maar moeizaam weerstand aan biedt.

Regelreflex

Bij rampen ligt bovendien de regelreflex op de loer. Bij elk incident moet de overheid aan de bak: zaken die eerder in het private domein vielen worden onderwerp van overheidszorg en bestuursrecht. Een overheid, die bovendien de neiging heeft om door te schieten naar overregulering. En een politiek die allerlei doelgroepen wil bedienen, maar het ook een beetje betaalbaar moet houden.

Het is de opmaat naar een fijnmazige verzorgingsstaat die de grenzen van de uitvoering meer dan op de proef stelt. Met als zuur gevolg een land dat afscheid dreigt te nemen van de high-trust-samenleving die we lang waren. In het laatste SCP-onderzoek scoorde Nederland nog steeds hoog, maar zeiden veel burgers ook dat het de verkeerde kant op gaat met Nederland.

Wantrouwen wordt soms ook opgeroepen. Q-koorts, Groningen, toeslagen, woekerpolis, rente derivaten, affaires te over. Veel organisaties lijken de rouwcurve te doorlopen, van ontkenning en boosheid tot acceptatie dat er iets fout is gegaan en er misschien iets moet gebeuren, maar dan wel alleen voor hen die er echt recht op hebben. De slachtoffers zijn intussen alle vertrouwen in de goede afloop kwijt. Het eindresultaat: veel vertraging, ingewikkelde compensatieschema’s en kostbare controle op de correcte afwikkeling. Bij de rentederivaten worden de kosten voor uitvoering en controle tezamen geraamd op grofweg 50% van de compensatie aan de mkb’ers.

Maar het kan ook anders. In het recente dossier over de variabele rente kozen de banken na de Kifid-uitspraak een minder afhoudende opstelling. Bij de overstromingen in Limburg hebben verzekeraars oog voor de geest, en niet alleen de letter, van het verzekeringscontract. De regelreflex (en controledruk) is hier vooralsnog effectief voorkomen.

Afgestraft op procesfouten

Een beweging naar een low-trust-samenleving betekent meer regels, meer toezicht en hogere nalevingskosten. En dus meer proces en minder inhoud en slagkracht. Deze beweging zie je weerspiegeld in het enthousiasme voor WOB/WOO-verzoeken, in de explosie in het aantal parlementaire enquêtes, in het aantal afgetreden bewindslieden die saillant genoeg vooral worden afgestraft op procesfouten (informatievoorziening aan de Kamer) en niet vanwege de casus zelf. Het is een kostbare en verlammende ontwikkeling die tijd en aandacht opslokt die beter besteed kan worden aan het voorkomen en aanpakken van problemen.

Wat nu? Is er nog hoop? Veel wetgeving voor de financiële sector komt uit Europa en als toezichthouder moet je je plek kennen. Maar toch wat tips. Kijk naar de uitvoerbaarheid van regelgeving - vaak is het complexe betere de vijand van het simpele goede. Let op de proportionaliteit - wegen de kosten op tegen de baten? Bied weerstand aan symboolwetgeving. Vermijd gold plating (dat zeg ik ook tegen de AFM zelf), oftewel een Nederlandse kop op de regels, want dat is duur en vaak snel internationaal weggeconcurreerd. Een sector met oog voor de samenleving en voor de eigen license to operate helpt de regelreflex te beteugelen.

Als toezichthouder zet ik mijn hoop op datagedreven toezicht, met efficiënte risico-analyse en hanteerbare nalevingskosten. Het lijkt misschien pleisters plakken, maar persoonlijk heb ik menige blaar vermeden dankzij een preventief geplaatste pleister.

Contact bij dit artikel

AFM

Wilt u het laatste nieuws van de AFM ontvangen?

Schrijft u zich dan in voor onze nieuwsbrief, dan houden wij u op de hoogte.