Go to content
richting
04/07/17

AFM inventariseert beëindiging of voortzetting geaccepteerde marktpraktijk liquiditeitsovereenkomsten

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) inventariseert onder marktpartijen of zij de Nederlandse geaccepteerde marktpraktijk (AMP) voor liquiditeitsovereenkomsten kan beëindigen of voortzetten onder artikel 13 van de Marktmisbruikverordening (MAR). U kunt tot en met 31 augustus reageren op deze inventarisatie via verordeningmarktmisbruik@afm.nl.

De huidige AMP inzake liquiditeitsovereenkomsten stelt uitgevende instellingen in staat om onder strikte voorwaarden te handelen in hun eigen aandelen via een derde partij, om zo de liquiditeit van de handel in het eigen aandeel te versterken. Door deze categorie van transacties en orders aan te merken als AMP is een situatie gecreëerd waarin deze categorie uitvoerbaar wordt zonder schending van het marktmanipulatieverbod.

Als gevolg van de inwerkingtreding van de MAR worden bestaande AMP’s in Europa, waaronder de onderhavige Nederlandse AMP inzake liquiditeitsovereenkomsten, beëindigd of opnieuw vastgesteld. De AFM is daarom voornemens de AMP te beëindigen of op een aantal punten te wijzigen conform het advies dat de Europese Securities and Markets Authority (ESMA) heeft gepubliceerd op 25 april 2017.

In dat advies zijn gemeenschappelijke criteria (Points of Convergence) opgenomen met betrekking tot AMP’s inzake liquiditeitsovereenkomsten onder de MAR. Doel daarvan is om de AMP’s zoveel mogelijk binnen de Europese Unie te harmoniseren. De Points of Convergence zien onder andere toe op de financiële instrumenten in scope, prijs- en volumelimieten. En op het onderscheid dat gemaakt wordt bij toepassing van de AMP op liquide - en minder liquide instrumenten. Indien de AFM besluit om de huidige AMP inzake liquiditeitsovereenkomsten niet te beëindigen maar voort te zetten, dan volgt zij deze Points of Convergence zoveel als mogelijk.

In de Points of Convergence staat dat de AMP toepasbaar is op zowel liquide als illiquide instrumenten en noemt daarbij specifieke voorwaarden (zie hoofdstuk 3.4 van de Points of Convergence). De AFM is voornemens om de toepassing van een eventuele toekomstige AMP inzake liquiditeitsovereenkomsten in Nederland iets stringenter te maken en de AMP te beperken tot een groep minst liquide financiële instrumenten. Daarmee beoogt de AFM om zeer illiquide instrumenten beter verhandelbaar te maken zonder dat partijen het marktmanipulatieverbod overtreden.

Ter bepaling van die groep minst liquide instrumenten wordt in dat geval de ESMA MiFID Database “Shares admitted to trading on EU regulated markets” gehanteerd. In deze database is per lidstaat aangegeven welke aandelen daar toegelaten zijn tot de handel en is onderscheid gemaakt tussen “Liquid” en “Non liquid” instrumenten. Per instrument is ook de free float (kolom “sha_freeFloatRange”) en het aantal dagelijkse transacties (kolom “sha_dailyTransactions“) weergegeven. De AFM is van plan de AMP onder de MAR enkel toe te staan voor de categorie “Non liquid” instrumenten waarbij de free float niet groter is dan 200 miljoen euro en het aantal dagelijkse transacties kleiner dan 50 is. De geadviseerde Points of Convergence van ESMA met betrekking tot illiquid shares, beschreven in de hoofdstukken 3.5 en 3.6, worden hierbij toegepast.

De AFM ontvangt graag reacties van marktpartijen ten aanzien van de voorgenomen beëindiging dan wel voortzetting van de AMP inzake liquiditeitsovereenkomsten onder de MAR, met inachtneming van de Points of Convergence. Stuur uw reactie tot en met 31 augustus 2017 naar verordeningmarktmisbruik@afm.nl.

Contact bij dit artikel

AFM

Wilt u het laatste nieuws van de AFM ontvangen?

Schrijft u zich dan in voor onze nieuwsbrief, dan houden wij u op de hoogte.