Go to content
Laura van Geest
Artikel 13/04/24

FD-column: 'Weerbaarheid weegt zwaarder dan autonomie'

Bestuursvoorzitter van de AFM Laura van Geest heeft het in haar periodieke column in Het Financieele Dagblad over de plek van de Europese Unie in de wereld. Weerbaarheid, wendbaarheid en veerkracht helpen beter dan strategische autonomie. De column verschijnt op zaterdag in de papieren krant en online (achter inlog).

'What’s next', denk ik, terwijl de Europese Commissie in een eindsprint nog de laatste items van haar agenda probeert binnen te tikken. Wat gaat de nieuwe Commissie brengen? Ik waag me niet aan een voorspelling voor de Europese Parlementsverkiezingen, maar één thema domineert de Brusselse burelen: ‘strategische autonomie’.

Logisch, wellicht. Het incasseringsvermogen van Europa is danig op de proef gesteld. Zo was de toegang tot mondkapjes en vaccins tijdens de pandemie niet verzekerd. En bleken we bij de Russische inval in Oekraïne onze energiebelangen niet echt lekker te hebben gespreid.

Vooruitkijkend weten we dat Europa niet bulkt van de zeldzame aardmetalen die onmisbaar zijn bij de energietransitie. De veiligheid van het eigen grondgebied lijkt niet langer vanzelfsprekend, terwijl de Amerikaanse militaire steun minder onvoorwaardelijk is dan vroeger. Bovendien is het gedachtegoed ‘America First’ en de bijbehorende industriepolitiek zelfs met Biden niet vertrokken uit het Amerikaanse economische beleid.

Protectionisme

Een beetje risicomanager stelt zich terecht de vraag hoe deze vraagstukken het hoofd te bieden. Maar strategische autonomie heeft de geur van zelfvoorziening en protectionisme. En zelfvoorziening is, ook op EU-schaal, geen goedkope oplossing. Een frame van strategische autonomie straalt misschien grandeur uit, maar leidt af van waar het echt om zou moeten gaan: risicomanagement. ‘Weerbaarheid, wendbaarheid, veerkracht’, dat biedt Europa een veel beter baken.

Als risicomanager bezie je welke onderwerpen of producten van vitaal belang zijn (bijvoorbeeld defensie, gezondheid, energie en grondstoffen). Je stelt vervolgens vast hoe groot de kwetsbaarheid is; zijn sommige partners een ‘single point of failure’, of zijn ze dominant maar onzeker (China, Rusland, de VS)? Daarna kijk je welke instrumenten in te zetten om risico’s te beheersen (voorraden, leveringsgaranties, diversificatie, substitutie, zelfvoorziening). Om vervolgens een kosten-batenafweging te maken, in het volle besef dat ook hier vaak de kost voor de baat uitgaat. Welke verzekeringspremie is redelijk voor meer weerbaarheid?

Defensie, vaccins en energie domineren het debat. Bij de kapitaalmarkt is het sinds brexit rustig. Maar geen gezonde economie zonder gezonde kapitaalmarkt. De discussie over de kapitaalmarktunie richt zich primair op interne versterking, door onderlinge barrières weg te nemen en besparingen te genereren. Nuttig en niet eenvoudig. Maar de externe dimensie is minder pregnant aanwezig.

Oude vrienden

Dat is niet verwonderlijk. De integratie met klassieke bronnen van zorg, zoals China en Rusland, is bij de kapitaalmarkten minder vergevorderd. Zo leverden de financiële sancties richting Rusland in het westen weinig terugslag op. Anderzijds zijn de banden met oude vrienden als de VS juist uitzonderlijk sterk. De afhankelijkheid zal verder toenemen naarmate de financiële sector zich heruitvindt als IT- en databedrijf: een sector gedomineerd door Amerikaanse (of Chinese) spelers.

Het is voor de EU complex en kostbaar om in dit speelveld weerbaarheid te realiseren. De westerse kapitaalmarkt functioneert als één groot geheel. Het zeker stellen op eigen grondgebied van bepaalde transacties betekent handel op een kleinere schaal. Dat is kostbaar in een wereld waarin alles draait om zoveel mogelijk liquiditeit.

De EU kent wel eisen voor (fysieke) aanwezigheid: instellingen moeten een zekere lokale voetafdruk hebben om in de EU te mogen handelen. Dat geldt voor de financiële instellingen zelf en met de komst van DORA (de Europese verordening voor digitale weerbaarheid van de financiële sector) ook voor hun kritieke IT-leveranciers. In goede tijden zijn dit handige handvatten voor EU-toezichthouders. Maar wat als de zeeën hoog gaan en de VS extraterritoriaal opereren? Bij Brexit is een gemeenschappelijke lijn getrokken voor de relatie met het VK, zo niet bij andere derdelanden. Elk land kent zijn eigen toelatingsregime voor financiële instellingen buiten Europa. Curieus.

Al met al blijft weerbaarheid in brede zin van vitaal belang voor de EU. En minstens zo vitaal voor Nederland, al was het alleen maar als vestigingsplaats van veel Europees relevante handelsplatformen.

In deze onzekere en verwarrende tijden treedt de EU op als ware de Unie een tweedelijns risicomanager. De Unie biedt meer schaal en daarmee ook meer handelingsperspectief. In die zin is het mooi dat Europa ons bij de les houdt. Nederland heeft ook wat te brengen: nuchtere koopmansgeest met oog voor kosten en baten. Te beginnen met een staaltje ‘reframen’: het draait niet om strategische autonomie, maar om weerbaarheid.'

Contact bij dit artikel

AFM

Wilt u het laatste nieuws van de AFM ontvangen?

Schrijft u zich dan in voor onze nieuwsbrief, dan houden wij u op de hoogte.