Go to content
Foto van Laura van Geest
23/12/22

Column Laura van Geest in FD: Wat te doen als het te mooi is om waar te zijn?

AFM-bestuursvoorzitter Laura van Geest schrijft periodiek een column in het Financieele Dagblad (FD). Deze keer over fraude. De originele column is (achter inlog) in het FD te lezen.

Wat te doen als het te mooi is om waar te zijn


Kinderen die geloven in Sinterklaas of de Kerstman met bijbehorende cadeautjes. We kijken er vertederd naar. Ooit waren ook wij jong en goedgelovig. Een fraai staaltje van zelfoverschatting. Ook wereldwijze spelers in de financiële sector kunnen vallen voor magie, dat zagen we bij FTX en Wirecard.

Opmerkelijk. Want in de wereld van fraude en oplichting is er weinig nieuws onder de zon. Digitalisering en internationalisering veranderen misschien de verpakking of de locatie, maar in de kern is er weinig innovatie. Gelegenheid, hebzucht en goedgelovigheid staan aan de basis van elke fraude.

Al in de jaren 50 constateerde econoom John Kenneth Galbraith dat oplichting juist gedijt in een periode van hoogconjunctuur. Galbraith muntte de term ‘bezzle’, de periode dat de slachtoffers nog niet doorhebben dat ze zijn opgelicht. Vertrouwen en fondsen zijn overvloedig, de fear of missing out groeit. De oplichter loopt binnen, zonder dat het slachtoffer het merkt. Als de economie omslaat, wordt geld schaars en wordt weinig zomaar voor waar aangenomen. Het slachtoffer wordt wakker, de bezzle loopt leeg. We kunnen onze borst nat maken, met de recessie – hoe mild ook – in aantocht.

Bedrijven verliezen gemiddeld 5% van de jaaropbrengst door fraude, zo’n $4700 mrd wereldwijd, meldt het World Fraud Report 2022. Het overgrote deel (42%) van de ontdekte fraudes komt aan het licht door tips, gevolgd door interne audit (16%). Geen wonder dat de AFM de wetgever heeft verzocht om een tipgeldregeling bij marktmisbruik. De externe accountant ontdekt slechts 4% van de fraudes.

Priming

Dat laatste is misschien minder vreemd dan je zou denken. We zijn allemaal gevoelig voor priming. Als we in de video ‘The Monkey Business Illusion’ moeten tellen hoe vaak de bal rondgaat tussen spelers met een wit shirt, mist de helft van de kijkers de door het beeld wandelende gorilla. Daar was men niet op gespitst. Ook een accountant is in eerste instantie meer op zoek naar bevestiging van de feiten. Voor het spotten van sommige fraudes is een psycholoog of antropoloog mogelijk beter geëquipeerd dan een rekenwonder of AO-specialist. Een accountant moet bovendien tegenstrijdige belangen managen. De vertrouwensrelatie met de klant (met bijbehorende geheimhoudingsplicht), naast zijn taak als publieke assurance-verlener. Geen reden om te verzaken overigens. In tegendeel, wij zijn allen gediend met een kritische accountant die tijdig aan de bel trekt. Niet voor niets vragen AFM en NBA extra aandacht voor fraude.


De accountant is maar een van de spelers om fraude te bestrijden. Hoogleraar Max Bazerman wijst in zijn recente boek Complicit op de rol die omstanders spelen bij het laten ontsporen van leiders. Van collega’s en medewerkers tot zakenpartners, investeerders en media: allemaal dragen ze bij door weg te kijken of blind te vertrouwen dat het wel goed zit. Het is opvallend dat doorgewinterde investeerders als Sequoia en Softbank bij FTX geen standaard checks lijken te hebben ingebouwd als zeggenschap of de aanstelling van een gerenommeerd accountantskantoor. Het was de Financial Times die de Duitse nationale kampioen Wirecard van zijn sokkel trok, niet de accountant of toezichthouder (helaas).

‘Opvallend genoeg lijken doorgewinterde investeerders als Softbank bij FTX geen standaard checks te hebben ingebouwd, zoals zeggenschap of de aanstelling van een gerenommeerd accountantskantoor’
Wat kunnen we leren van een casus als Wirecard, of FTX? Wanneer moet de rode vlag gehesen worden? Allereerst de governance. Is er sprake van een ondoorzichtige structuur, een dominante ondernemer die weinig tegenspraak duldt, uitspattingen aan de top, agressief beloningsbeleid? Dan is het even uitkijken.

Ook het gedrag van de instelling kan aanleiding zijn voor een tweede blik. Denk aan complexe producten, onrealistische beloften, dubieuze klanten, een groot reclamebudget of een vijandige opstelling tegen critici.

Marktontwikkelingen zijn een derde categorie rode vlaggen. Euforie op de beurs, hypes, veranderingen in (fiscale) regelgeving: ze kunnen allemaal tot brokken leiden. Voor toezichthouders is het opletten bij nieuwe activiteiten of bedrijfsmodellen die wel schadelijk zijn, maar niet goed gevangen worden door het bestaande netwerk van mandaten.

Tot slot moeten toezichthouders niet doof zijn voor geluiden uit de buitenwereld. Mediaberichten, meldingen van klokkenluiders, shortselling: het zijn signalen die aandacht vragen.

Fraude is fnuikend. We hebben allemaal een rol te spelen bij de bestrijding ervan. Want als het te mooi lijkt om waar te zijn, dan is het dat ook. Alleen voor de kleintjes maken we in december een uitzondering.

Contact bij dit artikel

AFM

Wilt u het laatste nieuws van de AFM ontvangen?

Schrijft u zich dan in voor onze nieuwsbrief, dan houden wij u op de hoogte.