Go to content
""
Artikel 26/09/25

FD-column Laura van Geest: meer wetgeving nodig in de wereld van crypto

Ook al kent Nederland nu wetgeving voor cryptodienstverlening, het gereedschap voor toezichthouders is nog niet goed genoeg ontwikkeld om de financiële markt én consument te beschermen. Zo verliezen toezichthouders de crypto-wedloop, schrijft AFM-voorzitter Laura van Geest in haar periodieke column voor het Financieele Dagblad. De column verschijnt op vrijdag online (achter inlog) en op zaterdag in de krant.

Op de een-na-laatste dag van 2024 was het officieel: Nederland kreeg wetgeving voor cryptodienstverlening, het zogenaamde Markets in Crypto Assets Regulation (MiCAR). Alleen met een vergunning mag je crypto-diensten aanbieden. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) verleende tot nog toe tien nieuwe vergunningen, waarbij het beoordeelde of de opzet van de bedrijven aan de regels voldoet en solide oogt, en of de beleidsbepalers geschikt en betrouwbaar zijn.
 
Nu is de AFM aan de slag met haar toezicht, om te zien of het papier de praktijk overleeft. Alles onder controle dus? Helaas, niets is minder waar.
 

Onderspit delven

Crypto’s veroveren gestaag een plek in de portefeuilles van Nederlandse beleggers. Volgens Rabo Research belegt inmiddels 26% van hen in crypto(trackers), goed voor zo’n kwart van hun vrij beschikbare vermogen. Het bezit vindt bovendien steeds breder ingang: 34% van de beleggende 18 tot 54-jarigen heeft crypto’s, en zelfs 13% van de seniorenbeleggers (55 tot 80 jaar) doet mee. Toezicht kan echter niets afdoen aan het intrinsieke risico: crypto’s hebben geen onderliggende waarde, en hun waardering is – zacht gezegd – lastig.
 
Wat is er dan wél geregeld qua toezicht? De binnen de Europese Unie geldende verordening MiCAR is allerminst ideaal. Voor dit bij uitstek internationale fenomeen is het toezicht verbrokkeld; elke lidstaat bouwt zijn eigen kennis op, met zijn eigen toezichthouder.
 
Concurrentie kan gezond zijn. En toegegeven, ook de AFM heeft haar best gedaan de sector te bedienen – met crypto-updates, door voort te bouwen op toetsingen van De Nederlandsche Bank, en met een pre-scan bij de vergunningaanvraag (ook al greep niet iedereen die kans, met late vergunningverlening tot gevolg).
 
Voor ons is er wel een heldere grens. De klant mag niet het onderspit delven in een strijd om vestigingsplaatsen. Juist bij innovatieve producten ligt toezichtarbitrage op de loer. Afstemming binnen het verband van de Europese financiële toezichthouder Esma kan dat niet oplossen.
 

Donkere kant van crypto

Het toezicht op crypto dienstverlening is bovendien minder robuust dan op elke andere willekeurige belegging. De gedragsregels voor informatie en distributie zijn minimaal: informatie moet correct, duidelijk en niet-misleidend zijn, maar apps kunnen beleggers nog altijd verleiden tot gedragsfouten, zoals impulsief handelen en ‘fear of missing out’. Daardoor staat niet het belang van de klant, maar van de aanbieder centraal. Marktmanipulatie (‘pump and dump’) is lastig te bestrijden: platformen hoeven transacties alleen op verzoek te rapporteren. En riskante activiteiten als staking en lending zijn stiefmoederlijk behandeld in de regelgeving. De wereld van decentralized finance staat sowieso niet onder toezicht.
 
En dan is er nog de donkere kant. Cash is king? Niet op het darkweb. Daar regeren de crypto’s: van de ‘traditionele’ bitcoin tot stablecoins of nieuwere varianten, zoals moeilijker te traceren privacy-crypto’s als Monero.
 
De wereld van underground banking is het domein van de opsporingsdiensten. Best pittig. Als toezichthouder treden we op tegen partijen die zonder vergunning toch cryptodiensten aanbieden en op die manier anti-witwasregels omzeilen, bijvoorbeeld met een stakingslast, boete of aangifte. Maar of dit echt soelaas biedt? Daarnaast moeten MiCAR-vergunninghouders hun rol als poortwachter tussen boven- en onderwereld goed vervullen.
 

Eén-nul achter

Alsof dat nog niet genoeg is, waait er een nieuwe wind uit de Verenigde Staten. Waar de Amerikaanse toezichthouder SEC ooit terughoudend was, lijkt Washington nu de grootste crypto-fan. Stablecoins nemen een vlucht onder invloed van de Genius Act, met risico’s voor Europa’s strategische autonomie, de financiële stabiliteit én de consument.
 
De naam zet je al gauw op het verkeerde been; stablecoins klinken misschien veilig, het maakt ze nog geen risicoloos bezit. Ontstaat er door stablecoins geen parallel financieel universum naast het bestaande stelsel? Met als belangrijkste risico: (tijdelijk) minder toezicht dan we bij de traditionele sector noodzakelijk vinden.
 
Toezicht wordt vaak weggezet als een kostenpost, regelgeving als ‘red tape’ en bureaucratie. Toch is een andere houding hard nodig als het om crypto gaat. De wedloop tussen de cryptowereld en de toezichthouders is volop gaande – en we staan al één-nul achter.
 
‘Underpromise, overdeliver’ is een wijze strategie, maar met de huidige crypto-regelgeving is het omgekeerde het geval. Het Europese voorstel voor een Savings and Investment Union heeft een MiCAR 2.0 nodig: centraal Europees toezicht, een bredere scope én reparatie van de omissies in de huidige regels. Laten we voorsorteren op een nieuwe wereld, voor die ons definitief inhaalt.
 

Contact bij dit artikel

AFM

Wilt u het laatste nieuws van de AFM ontvangen?

Schrijft u zich dan in voor onze nieuwsbrief, dan houden wij u op de hoogte.