Go to content

Voorbeelden van ongebruikelijke transacties Wwft

Ongebruikelijke transacties moeten gemeld worden bij de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-Nederland). Op deze pagina staat een aantal voorbeelden van ongebruikelijke transacties die gemeld zijn door beleggingsondernemingen, (beheerders) van beleggingsinstellingen of financieel dienstverleners die bemiddelen in levensverzekeringen. Om herleidbaarheid te voorkomen zijn de voorbeelden geanonimiseerd en op een aantal onderdelen aangepast. Met deze voorbeelden bieden wij een handvat, maar dit is geen volledige checklist van alle mogelijke ongebruikelijke situaties. Deze voorbeelden worden regelmatig geactualiseerd.

Verhulling met crypto’s en meerdere rekeningen

Een belegginsonderneming heeft een cliënt met een particuliere beleggingsportefeuille die als doel heeft te beleggen voor lange termijn. In plaats van lange termijn beleggen, vinden er naast stortingen ook regelmatig onttrekkingen plaats vanaf dit account. Dit geeft aanleiding voor de beleggingsonderneming om de cliënt verscherpt te monitoren.
 
De cliënt stort op enig moment een groot bedrag op zijn particuliere account bij de beleggingsonderneming. Dit doet hij via zijn zakelijke rekening bij een bank. De cliënt heeft namelijk een eigen bedrijf. De transactie past niet bij het eerdere transactieprofiel van de cliënt. Uit navraag bij de cliënt blijkt dat de cliënt zijn Bitcoin wallet heeft laten uitbetalen op de zakelijke rekening bij de bank en dat hij dit bedrag vervolgens heeft overgemaakt naar zijn particuliere beleggingsportefeuille bij de beleggingsonderneming. De zakelijke rekening staat op naam van een bedrijf uit een sector waarvan algemeen bekend is dat er veel zwart geld in om gaat. De beleggingsonderneming ziet voldoende aanleiding om bovenstaande te melden bij de FIU-Nederland. Later blijkt dat de cliënt het gehele bedrag binnen een paar maanden weer onttrokken heeft uit zijn beleggingsportefeuille.

Huren met een valse identiteit

Een beheerder van een beleggingsinstelling heeft meerdere panden in haar beleggingsportefeuille, waaronder ook vastgoed voor particulieren. De verificatie van de identiteit van de huurders laat de beheerder uitvoeren door verschillende makelaars. De makelaars ontmoeten de huurders namelijk fysiek. Makelaars vallen ook onder de Wwft.
 
Een van de huurders heeft enkele maanden huurachterstand opgelopen. De beheerder schakelt een deurwaarder in vanwege de huurachterstand. De deurwaarder ontdekt dat de huurovereenkomst is afgesloten op basis van een gestolen identiteitsbewijs. Het blijkt dat de makelaar waar deze beheerder voor het eerst mee samenwerkte de verificatie van de identiteit van de cliënt niet goed heeft uitgevoerd. Niet veel later krijg de beheerder bericht dat de politie de betreffende woning is binnengetreden en bij de inval meerdere pokertafels en een geldtelmachine heeft aangetroffen. De instelling besluit het bovenstaande als ongebruikelijke transactie te melden bij de FIU-Nederland. De beheerder heeft op dat moment al afscheid genomen van de betreffende makelaar.

Huurpenningen, afzender onbekend

Een beheerder van een beleggingsinstelling heeft een aantal appartementen in eigendom, die deze ook zelf verhuurt. Op een zeker moment detecteert de beheerder over een bepaalde periode een veelvoud aan transacties die zij samen als een ongebruikelijk transactiepatroon signaleert. Wat ziet deze beheerder nu precies? Voor een appartement variëren de huurbetalingen per maand van €20 tot €33.000. De bedragen zijn afkomstig van bankrekeningen, maar ook van stortingen op postkantoren en money transfers. Wat verder opvalt, is dat de gelden afkomstig zijn van verschillende natuurlijke en rechtspersonen, terwijl het huurcontract op naam staat van een natuurlijk persoon. Dat is opvallend, want huur wordt vaak met automatische incasso op naam van de huurder betaald. De beheerder ziet dat vergelijkbare transactiepatronen bij verschillende appartementen plaatsvinden en vindt dit ongebruikelijk en onverklaarbaar. De beheerder meldt de ongebruikelijke transacties dan ook bij de FIU-Nederland.

Negatief nieuws in de media

Een beheerder van een beleggingsinstelling heeft in het kader van de voortdurende controle op de zakelijke relatie, zoals verplicht volgens de Wwft, een periodieke review uitgevoerd op haar cliënt Bedrijf A. Bedrijf A is een rechtspersoon met een complexe juridische structuur, waarvan onderdelen zich in het buitenland bevinden. De cliënt is als hoogrisicocliënt gecategoriseerd door de beheerder. Tijdens een periodieke review is in openbare bronnen gezocht naar adverse media: negatief nieuws over de cliënt of de uiteindelijk belanghebbenden van de cliënt. Uit een krantenartikel, gepubliceerd in een buitenlandse krant, blijkt dat een rechtspersoon (Bedrijf B), dat onderdeel is van de complexe juridische structuur van de cliënt, onderwerp is van een justitieel onderzoek. In het krantenartikel wordt gesuggereerd dat klanten van Bedrijf B de door hen uit illegale activiteiten verkregen gelden via Bedrijf B zouden hebben weggesluisd naar buitenlandse rekeningen. Bedrijf B zou hierin hebben gefaciliteerd. Door deze berichtgeving had de beheerder geen vertrouwen meer dat het vermogen van de cliënt een legitieme herkomst had. De beheerder heeft de ongebruikelijke transactie (een begrip dat breder is dan enkel geldoverboekingen; het kan ook een constructie zijn) gemeld bij de FIU-Nederland, de relatie met de cliënt herzien en uiteindelijk afscheid genomen van de cliënt.

Voorgenomen transactie gemeld

Een beleggingsonderneming heeft cliëntenonderzoek verricht in het kader van een voorgenomen transactie. Deze voorgenomen, eenmalige transactie had een waarde van enkele duizenden euro’s. Uit het cliëntenonderzoek bleek dat de opdrachtgever een in Oekraïne gevestigd persoon is die nauwe banden onderhoudt met een Russisch bedrijf dat in het verleden door de Europese Unie op een sanctielijst is geplaatst. De beleggingsonderneming vertrouwt het niet en heeft de transactie geweigerd. De voorgenomen transactie is gemeld bij de FIU-Nederland.

Tropische cliënt aanwezig in de Paradise Papers

De activa van een cliënt van een beleggingsonderneming zijn overgegaan naar een andere, nieuwe onderneming. De beleggingsonderneming wordt gevraagd om de tenaamstelling van de beleggersrekening en de tegenrekening aan te passen. Hierop heeft de beleggingsonderneming een cliëntenonderzoek verricht. De nieuwe onderneming is gevestigd op de Kaaimaneilanden. Tijdens het cliëntenonderzoek blijkt dat de naam van deze nieuwe onderneming voorkomt in de ‘Offshore Leaks Database’ van het Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten (ICIJ). Deze database van het ICIJ bevat informatie over meer dan 785.000 offshore entiteiten die mogelijk betrokken zijn bij (internationale) belastingontwijking, dit op basis van gelekte documentatie zoals de ‘Paradise Papers’. De beleggingsonderneming heeft de Kaaimaneilanden aangemerkt als geografisch gebied met een hoog risico op witwassen. Als gevolg van deze bevindingen ontstond bij de beleggingsonderneming de verdenking van mogelijk witwassen. De beleggingsonderneming heeft melding gemaakt bij de FIU-Nederland.

Verkoop pand ver boven taxatiewaarde

Een (beheerder van een) beleggingsinstelling koopt en verkoopt vastgoed als investering. Bij de verkoop van een pand met een horecabestemming biedt de koper een bedrag dat ruim tweemaal hoger is dan de taxatiewaarde. Voordat de verkoop was gesloten heeft de beleggingsinstelling nader onderzoek gedaan naar de kopende partij. Er is een screening uitgevoerd naar de potentiële koper en de herkomst van het vermogen is onderzocht. Op basis van het onderzoek is besloten tot de verkoop over te gaan. Desalniettemin viel het verschil tussen de verkoopsom en taxatiewaarde op en heeft de beleggingsinstelling besloten de ongebruikelijke transactie te melden bij FIU-Nederland.

Onduidelijkheid over fiscaliteit

Een beleggingsonderneming heeft een stichting als klant. De oprichter heeft een aanzienlijk kapitaal gestort in deze stichting. De stichting is aangewezen als een algemeen nut beogende instelling (ANBI) en daarom kan gebruik worden gemaakt van belastingvoordelen bij bijvoorbeeld erven of schenken. De beleggingsonderneming vermoedt echter dat de stichting gebruikt wordt om fiscale fraude te plegen. De beleggingsonderneming twijfelt namelijk of de stichting daadwerkelijk de werkzaamheden verricht zoals bedoeld in de statuten van de stichting. De beleggingsonderneming vermoedt dat de stichting onterecht een ANBI-status heeft en de oprichter zijn belastingplicht ontduikt. De beleggingsonderneming heeft melding gemaakt van mogelijke fiscale fraude bij FIU-Nederland. Op 7 oktober 2008 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat fiscale fraude een vorm van witwassen is. Uit het arrest volgt dat sprake is van witwassen in geval de gelden uit belastingfraude afkomstig zouden zijn.

Wasserette betaalt grote sommen geld contant

Een beleggingsinstelling heeft een aantal panden in haar beleggingsportefeuille. In een van deze panden is een wasserette gevestigd. De eigenaar van deze wasserette heeft al meerdere malen huurachterstanden gehad, die hij uiteindelijk steeds contant voldoet. Om ontruiming te voorkomen doet de eigenaar van de wasserette op een gegeven moment wederom een contante betaling aan de deurwaarder van €21.500. De beleggingsinstelling heeft deze ongebruikelijke transactie vervolgens gemeld bij de FIU-Nederland.

Een hooggeplaatste persoon uit Irak als cliënt

Een beheerder van beleggingsinstelling heeft een fonds in Luxemburg met daarin een hooggeplaatste Irakees als belegger. De Irakees belegt in dit fonds via een investment holding company gevestigd op Panama, waarachter een trust is geplaatst. Deze persoon is een van de uiteindelijke belanghebbenden van deze trust. De beheerder van de beleggingsinstelling heeft de cliënt bij aanvang van de zakelijke relatie aangemerkt als een ‘hoogrisicocliënt', omdat uit onderzoek van de instelling blijkt dat de Irakees een zogeheten politiek prominent persoon is. Gedurende de jaren vinden er meerdere grote bijstortingen in het fonds plaats door deze cliënt. Op een zeker moment krijgt de beleggingsinstelling bericht van haar transfer agent - aan wie zij het cliëntenonderzoek heeft uitbesteed – dat deze cliënt bestuurder zou zijn van een bank die op een sanctielijst staat. Uit eigen onderzoek van de instelling blijkt vervolgens niet dat deze bank op een sanctielijst staat en ook blijkt niet dat deze cliënt betrokken is bij witwassen en/of terrorismefinanciering. Volledigheidshalve besluit de instelling toch te melden bij de FIU-Nederland.