Go to content
29/10/19

Zorg dat effectenkredieten in het belang van de klant zijn

Toezichthouder AFM ziet dat er effectenkredieten voorkomen met relatief hoge rentes en relatief hoge hefbomen. Deze producten zijn niet altijd in het belang van de klant. De AFM roept banken en beleggingsondernemingen daarom op kritisch te kijken naar de proposities die zij aanbieden.

Effectenkredieten zijn leningen met effectenportefeuilles als onderpand. Zij kunnen gebruikt worden om te beleggen met geleend geld, aan marginverplichtingen te voldoen, of om iets anders dan beleggingen te financieren.

Beleggen met geleend geld

Door te beleggen met geleend geld, ontstaat een hefboom. In goede tijden kan dit extra rendement opleveren, maar in slechte tijden kan dit tot teleurstellingen leiden. Niet alleen kan de belegger zijn beleggingsdoel niet behalen. Ook kan de belegger verlies maken of met een restschuld blijven zitten. De AFM vindt het belangrijk dat de aanbieder ervoor zorgt dat de beleggers zich bewust zijn van de risico’s van effectenkrediet.

Om inzicht te krijgen in de verschillende risico’s en omdat effectenkrediet de afgelopen jaren in omvang is toegenomen, heeft de AFM verkennend onderzoek gedaan naar de risico’s van dit krediet. Onderdeel van de verkenning was een consumentenonderzoek. Hieruit blijkt dat 10% tot 12% van de beleggers effectenkrediet heeft. Daarnaast is informatie opgevraagd bij enkele aanbieders. Met hen zijn vervolgens gesprekken gevoerd om de risico’s nader te duiden.

De AFM ziet in de praktijk standaard- en maatwerk-effectenkredieten. Bij de standaardpropositie is het mogelijk om doorlopend meer effecten te kopen of meer op te nemen van de rekening dan er geld op de rekening staat. Dit is dus in wezen een variant van ‘rood staan’ op een betaalrekening. Aan klanten met grotere belegde vermogens wordt soms maatwerk geboden.

Hoge rente

De AFM ziet dat er effectenkredieten bestaan met relatief hoge rentes (vooral bij standaardproposities). Dan wordt het lastig om deze kosten goed te maken met het rendement op de effecten die ermee gekocht zijn.

De rentepercentages op de maatwerkkredieten zijn over het algemeen aanzienlijk lager dan op de standaardproposities. Ook wordt in het geval van maatwerk vaker een uitgebreidere kredietwaardigheidstoets ter voorkoming van overkreditering afgenomen dan bij de standaard-proposities. Toch roept de AFM partijen zowel bij maatwerk als bij standaard-effectenkrediet op na te gaan of deze in het belang van de klant zijn.

Hefboomwerking

De AFM ziet ook dat er soms relatief hoge hefbomen voorkomen. Ook dit lijkt vaker voor te komen bij standaardproposities dan bij maatwerk. Een effectenkrediet mag afhankelijk van het onderpand wettelijk maximaal 70% tot 80% van de waarde van de portefeuille beslaan. Hierdoor kan een hefboom van 3,3 tot 5 van de inleg ontstaan. Mogelijk wordt dit niet door iedereen even goed begrepen, waardoor een effectenkrediet risicovoller kan zijn dan de klant denkt. De AFM vindt het daarom belangrijk dat aanbieders klanten wijzen op deze risico’s.

Hoe groter de hefboom, hoe groter de volatiliteit van de portefeuille en hoe groter de kans dat een belegger bij een koersdaling door deze maximale dekkingswaarde heen schiet. Gebeurt dit, dan komt een klant in een zogenoemde tekortenprocedure terecht en moet hij er in de regel voor zorgen dat hij binnen enkele dagen geld bij stort, dan wel een gedeelte van zijn portefeuille verkoopt, en een deel van de lening aflost, zodat zijn ‘loan-to-value’ weer onder de maximale dekkingswaarde zakt. Doet de klant dit niet, dan gaat de aanbieder over tot de liquidatie van (een deel van) de portefeuille. Dit vergroot de kans op een negatief rendement en op een restschuld. In de praktijk ziet de AFM ook dat partijen klanten soms de mogelijkheid bieden zelf een maximale loan-to-value af te spreken die lager is dan het wettelijke maximum. Dit ziet de toezichthouder als een ‘good practice’.

Zelfbeleggers nemen grotere risico’s

In de verkenning van de AFM kwam naar voren dat zelfbeleggers vaker in tekortenprocedures terecht lijken te komen dan beleggers die gebruik maken van een adviseur of vermogensbeheerder. Dit zou erop kunnen duiden dat zij te grote risico’s nemen. De toezichthouder roept beleggingsondernemingen op beleggers te informeren over de risico’s en na te gaan of hun proposities bij de juiste doelgroep terecht komen.
Tot slot
De AFM ziet dat er klanten zijn die effectenkredieten hebben met relatief hoge kosten en hoge hefbomen. Het risico bestaat dat beleggers die dergelijke kredieten hebben, in de problemen komen als de markt keert. De toezichthouder roept banken en beleggingsondernemingen daarom op, te bekijken of hun effectenkredietproposities voldoen aan wet- en regelgeving en voldoende toegevoegde waarde bieden voor klanten en de producten aan te passen als dit niet zo is.

 

Contact for this article

AFM

Would you like to receive the latest news from AFM?

Subscribe to our newsletter, we will keep you up-to-date.