Go to content

Securitisatie Verordening

De Securitisatie Verordening geldt sinds 1 januari 2019 en is van toepassing op securitisaties waarvan de effecten zijn uitgegeven op of na die datum. Dit geldt dus ook voor securitisaties die vóór de datum van 1 januari 2019 zijn begonnen maar waarvan (nieuwe) effecten zijn uitgegeven op of na 1 januari 2019.

De verordening heeft als doel om de markt voor securitisaties te stimuleren en de risico’s op te vangen die horen bij zeer complexe, ondoorzichtige en riskante securitisaties.

Over de verordening

Securisatie is het samenvoegen van niet- of moeilijk verhandelbare activa tot verhandelbare effecten. De Securitisatie Verordening van de Europese Unie stelt een algemeen kader met criteria en procedures voor securitisaties vast. De verordening voert daarnaast een keurmerk in voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde (STS) securitisaties.

 

Voor investeerders in STS-securitisaties (behalve voor ABI- en ICBE-beheerders) gelden lagere kapitaalseisen. Daarmee wordt de markt voor securitisaties gestimuleerd, zodat er meer middelen vrijkomen voor investeringen in en financiering aan het bedrijfsleven. De verordening stelt tevens nieuwe eisen aan de uitgifte van niet-STS securitisaties.

 

De eisen in de Securitisatie Verordening die gelden voor investeerders in securitisaties hebben betrekking op investeringen in beide soorten securitisaties: STS en niet-STS. Er zijn eisen voor (institutionele) investeerders, eisen voor uitgevende instellingen en derde partijen/certificeerders.

Welke eisen gelden voor (institutionele) investeerders in securitisaties?

Voor (institutionele) investeerders (die geen initiator, sponsor of oorspronkelijke kredietverstrekker zijn) gelden deze eisen:

- Het controleren of uitgevende instellingen voldoen aan kredietverstrekkingseisen, risicobehoud en transparantie.
- Het controleren van de risicokenmerken en andere structurele kenmerken van de securitisatie.
- Het hebben van schriftelijke procedures om deze zorgvuldige controle doorlopend te monitoren.
- Het uitvoeren van stresstests op de solvabiliteit en liquiditeit van de sponsor bij een volledig ondersteund ABCP-programma.

Welke eisen gelden voor instellingen betrokken bij uitgifte van een securitisatie?

Instellingen die betrokken zijn bij uitgifte, zijn: oorspronkelijke kredietverstrekkers, initiators, sponsors en special purpose entities voor securitisatiedoeleinden (SSPE).

 

Initiator, sponsor, oorspronkelijke kredietverstrekker

Voor deze instellingen (en voor SSPE’s als zij acteren in een van deze rollen) geldt onder meer:

  • Een risicobehoudvereiste - het doorlopend behouden van een materieel netto economisch belang in de securitisatie van minimaal 5%.
  • Transparantievereisten - het beschikbaar stellen van informatie via een securitisatieregister of website.
  • Een hersecuritisatieverbod - het nog een keer securitiseren van securitisatieposities, behoudens ontheffing.
  • Criteria voor kredietverlening.

Securitisaties mogen alleen onder bepaalde strikte voorwaarden worden verkocht aan niet-professionele cliënten.

 

SSPE

Voor SSPE’s geldt verder dat zij niet gevestigd mogen zijn in een land dat:

  • Door de Financial Action Task Force (FATF) is opgenomen in de lijst van niet-coöperatieve landen en gebieden met een hoog risico; en/of
  • Geen overeenkomst heeft met een lidstaat op grond waarvan dat derde land volledig moet voldoen aan de normen uit de modelverdragen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) over belasting of informatie-uitwisseling.

Welke eisen gelden er voor derde partijen/certificeerders?

Derde partijen kunnen zich aanbieden als certificeerder van STS-securitisaties. Daarvoor is een vergunning vereist. De AFM verleent deze vergunningen als certificeerders aan de volgende voorwaarden voldoen;

  • alleen niet-discriminerende en op kosten gebaseerde vergoedingen in rekening brengen,
  • geen kredietinstelling, beleggingsonderneming, verzekeraar of ratingbureau zijn,
  • de onafhankelijkheid of integriteit van de beoordeling niet in het gedrang komt door de verrichting van andere activiteiten,
  • geen enkele vorm van adviserende, audit- of gelijkwaardige diensten verstrekt aan de initiator, de sponsor of de SSPE die bij de beoordeelde securitisaties is betrokken,
  • een leidinggevend orgaan hebben waarvan de leden betrouwbaar en integer zijn en passende beroepskwalificaties, kennis en ervaring hebben om de taak van de derde partij uit te voeren,
  • een leidinggevend orgaan hebben dat minimaal bestaat uit een derde onafhankelijke bestuurders (maar niet minder dan twee in aantal),
  • procedures en systemen heeft om belangenconflicten te voorkomen en te melden,
  • kunnen aantonen dat zij over deugdelijke operationele waarborgen en interne processen beschikken die hen in staat stellen de STS-naleving te beoordelen.

Securitisatietoezicht in Nederland

Een securitisatie valt onder Nederlands toezicht wanneer minstens één van de volgende vier betrokken partijen in Nederland gevestigd is:

  • de initiator,
  • de sponsor,
  • de oorspronkelijke kredietverstrekker,
  • of de SSPE.

Securitisaties waarvan de initiator, sponsor of oorspronkelijke kredietverstrekker een vergunning van DNB heeft, vallen onder toezicht van DNB. Alle andere securitisaties vallen onder toezicht van de AFM. Het is goed mogelijk dat securitisaties in meerdere EU/EER landen onder toezicht staan.

 

Informatie omtrent de rapportageverplichtingen vindt u op deze pagina.

Afmelding SSPE

Nederlandse SSPE’s die onder toezicht staan van de AFM moeten voor het toezicht jaarlijkse heffingen betalen. Nederlandse SSPE’s kunnen zich bij de AFM (via e-mailadres securitisaties@afm.nl) afmelden wanneer deze materieel zijn opgehouden te bestaan. Na die datum worden geen heffingen meer opgelegd. Hiermee doelt de AFM op het moment waarop de SSPE niet meer beschikt over blootstellingen als bedoeld in de Securitisatie Verordening, er geen effecten meer uitstaan en definitieve verdeling van alle tegoeden heeft plaatsgevonden.

In transactiedocumentatie wordt in dit kader wel verwezen naar de final redemption date. Ook kan sprake zijn van een migratie van alle assets naar een buitenlandse SSPE. SSPE’s moeten aantonen dat dit moment heeft plaatsgevonden. Indien de SSPE zich niet afmeldt, worden de heffingen opgelegd tot het moment waarop de entiteit formeel is ontbonden.

Vragen?

Heeft u vragen over de Securitisatie Verordening? Deze kunt u stellen aan de AFM via securitisaties@afm.nl.