Go to content

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)

Het toezicht van de AFM met betrekking tot de Wwft is gericht op het bewaken en bevorderen van de integere bedrijfsvoering en het voorkomen dat ondernemingen bewust of onbewust betrokken raken bij het witwassen van geld.

Toezicht

Samen met onder meer De Nederlandsche Bank is de AFM verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen volgend uit de Wwft. De financiële ondernemingen die onder het Wwft-toezicht van de AFM vallen zijn:

  • beleggingsondernemingen
  • (beheerders van) beleggingsinstellingen
  • (beheerders van) icbe's
  • financiële dienstverleners, voor zover zij bemiddelen bij de totstandkoming van levensverzekeringsovereenkomsten.


De Wwft kent 2 kernverplichtingen: het cliëntenonderzoek en de meldingsplicht. Deze worden hieronder kort toegelicht. In de AFM-leidraad vindt u meer uitleg.

Lees meer

Cliëntenonderzoek

Het cliëntenonderzoek moet uw onderneming onder meer in staat stellen de identiteit van de cliënt en van de uiteindelijk belanghebbende van de cliënt (de zogenaamde UBO) te verifiëren en de herkomst van het vermogen vast te stellen. De diepgang van het cliëntenonderzoek moet worden afgestemd op de risico’s op witwassen of financiering van terrorisme dat het type cliënt, de zakelijke relatie, productie of transactie met zich meebrengen.

Uw onderneming moet bij de inschatting van het landrisico van een cliënt gebruik maken van de publicaties van Financial Action Task Force (FATF), waarin zij risicolanden aanwijst. Risicolanden leveren onvoldoende inspanning om witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen. Deze publicaties op de website van FATF worden jaarlijks in februari, juni en oktober herzien als daar aanleiding voor is.

De lijsten met risicolanden kunt u vinden op de website van de FATF.

Het overzicht van staten die zijn aangewezen door de Europese Commissie als staten met een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme kunt u vinden op de website van de Europese Commissie.

Meldplicht

Afwijkende transactiepatronen kunnen voor uw onderneming reden zijn een transactie als ongebruikelijk aan te merken. Uw onderneming is verplicht deze (voorgenomen) ongebruikelijke transacties direct te melden bij de Financial Intelligence Unit (FIU) Nederland. De FIU heeft als hoofdtaak om ongebruikelijke transacties nader te onderzoeken en te verrijken met aanvullende informatie, om te bezien of deze transacties verdacht verklaard kunnen worden. Deze kunnen dan gedeeld worden met opsporings- en inlichtingendiensten.

 

Op de website van de FIU-Nederland is de meldprocedure stapsgewijs beschreven en kunt u meer informatie vinden over dit onderwerp. Ook vindt u hier informatie om uw onderneming te registreren bij de FIU-Nederland om (voorgenomen) ongebruikelijke transacties te kunnen melden.

 

Gemelde (voorgenomen) ongebruikelijke transacties worden opgenomen in de streng beveiligde database van de FIU-Nederland en worden zeer vertrouwelijk behandeld. Voor het melden is het voldoende als slechts een vermoeden bestaat dat een (voorgenomen) transactie verband houdt met witwassen of het financieren van terrorisme. De drempel om een (voorgenomen) ongebruikelijke transactie te melden is dus laag. Bij de beoordeling of een (voorgenomen) transactie als ongebruikelijk is aan te merken moet u gebruik maken van de indicatoren genoemd in het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018.

 

Ongebruikelijke transacties zijn in bepaalde gevallen ook aan te merken als incident op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en moeten in die gevallen ook zo snel mogelijk bij de AFM worden gemeld. De AFM heeft een aantal voorbeelden verzameld van ongebruikelijke transacties die bij de FIU Nederland zijn gemeld.

Guidance

Er zijn (internationale) bronnen die instellingen ondersteuning bieden bij de naleving van de anti-witwasregelgeving. Hieronder staat een aantal van deze bronnen:

Deze lijst is niet limitatief en wordt regelmatig aangevuld. De AFM gaat ervan uit dat instellingen deze bronnen meenemen in de implementatie en toepassing van hun AML/CFT beleid, procedures en maatregelen om de door hen geïdentificeerde risico’s te beperken en effectief te beheersen.

Wetteksten

De AFM is de gedragstoezichthouder voor de gehele financiële marktsector. Alle financiële ondernemingen staan op basis van verschillende wetten onder het gedragstoezicht van de AFM. De specifieke wet- en regelgeving is afhankelijk van het soort onderneming.

 

Via het onderstaand overzicht vindt u uitgebreide wetsinformatie. Lagere regelgeving staat onder het kopje ‘wetstechnische informatie', rechtsboven op de betreffende pagina's.

Awb       Algemene wet bestuursrecht                    
Wft
Wet financieel toezicht
Wte 1995
Wet toezicht effectenverkeer 1995
Wta 
Wet toezicht accountantsorganisaties
Wtfv
Wet toezicht financiële verslaggeving
PW 
Pensioenwet
Wvb
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Wge
Wet giraal effectenverkeer
Whc
Wet handhaving consumentenbescherming
Wwft
Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
Sanctiewet
Sanctiewet 1977
Wbft
Wet bekostiging financieel toezicht

Veelgestelde vragen

Op welk moment moet een instelling een cliëntenonderzoek uitvoeren?

De identificatie, verificatie en vaststelling van de uiteindelijk belanghebbende moet plaatsvinden voordat de zakelijke relatie wordt aangegaan of een transactie wordt uitgevoerd (op grond van artikel 4, eerste lid Wwft).
 
Een instelling kan ervoor kan kiezen om de identificatie van de cliënt of UBO tijdens het aangaan van de zakelijke relatie te voltooien om de normale zakelijke dienstverlening niet onnodig te verstoren. Voorwaarden hiervan zijn dat dit alleen mag in situaties met een laag risico en dat de identificatie zo snel mogelijk na het eerste contact wordt voltooid.
 
Het toegestaan een rekening, met inbegrip van een rekening voor effectentransacties, te openen voordat de verificatie van de identiteit van de cliënt heeft plaatsgevonden, als de instelling waarborgt dat deze rekening niet kan worden gebruikt voordat de verificatie heeft plaatsgevonden (op grond van het derde lid van artikel 4 Wwft).

Wat houdt geheimhouding (tipping off-verbod) in?

Een onderneming die een melding van een ongebruikelijke transactie heeft gedaan of nadere informatie heeft verstrekt aan FIU-Nederland, is op grond van artikel 23 Wwft verplicht tot geheimhouding hiervan, alsmede van het gegeven dat dit aanleiding kan geven tot nader onderzoek.
 
De geheimhouding is niet van toepassing als uit de Wwft voortvloeit dat bekendmaking noodzakelijk is.

Wat houdt vrijwaring inzake de meldplicht in?

Een onderneming die in het kader van de meldplicht tot een melding van een ongebruikelijke transactie is overgegaan, is niet aansprakelijk voor schade die een derde dientengevolge lijdt. Tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat gelet op alle feiten en omstandigheden in redelijkheid niet tot melding had mogen worden overgegaan.
 
Om voor een strafrechtelijke vrijwaring van een gemelde transactie als bedoeld in artikel 19 Wwft in aanmerking te komen, is expliciet de voorwaarde dat een melding te goeder trouw is verricht. Daarmee is bedoeld dat de onderneming niet zelf bewust heeft meegewerkt aan de desbetreffende feiten.
 
In de context van de civielrechtelijke vrijwaring als bedoeld in artikel 20 Wwft is de voorwaarde opgenomen dat gehandeld is in de redelijke veronderstelling dat uitvoering wordt gegeven aan de verplichting tot het (onverwijld) melden van ongebruikelijke transacties.

Wat is een PEP?

Onder PEP’s worden personen verstaan, die een prominente politieke functie bekleden of hebben bekleed en de directe familieleden of naaste geassocieerden van deze personen. Het begrip PEP beperkt zich niet langer tot buitenlandse politiek prominente personen: ook binnenlandse politiek prominente personen vallen nu onder dit begrip.
 
Een PEP is in elk geval (zie ook artikel 2 Uitvoeringsbesluit Wwft 2018):
  • staatshoofd, regeringsleider, minister, onderminister of staatssecretaris
  • parlementslid of lid van een soortgelijk wetgevend orgaan
  • lid van het bestuur van een politieke partij
  • lid van een hooggerechtshof, constitutioneel hof of van een andere hoge rechterlijke instantie die arresten wijst waartegen, behalve in uitzonderlijke omstandigheden, geen beroep openstaat
  • lid van een rekenkamer of van een raad van bestuur van een centrale bank
  • ambassadeur, zaakgelastigde of hoge officier van de strijdkrachten
  • lid van het leidinggevend lichaam, toezichthoudend lichaam of bestuurslichaam van een staatsbedrijf
  • bestuurder, plaatsvervangend bestuurder, lid van de raad van bestuur of bekleder van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie.
In het geval dat de cliënt of de UBO een PEP is, dienen verscherpte cliëntenonderzoeksmaatregelen te worden getroffen, zoals passende maatregelen om de bron van het vermogen en van de middelen vast te stellen en toestemming van het hoger leidinggevend personeel voor het aangaan of voortzetten van deze zakelijke relatie of het verrichten van deze transactie.